Kom en zie!

Overweging gehouden tijdens de viering in de R.K. Kerk van de Geloofsgemeenschap H. Nicolaas in Odijk
zondag 14 januari 2024 – 2e zondag door het jaar – jaar B
1e lezing: 1 Samuel 3, 3b-10.19 – Evangelie: Johannes 1, 35-42
Beste mensen,
Op deze tweede zondag van januari hebben we kerst nog wel in ons achterhoofd. Wie was er Kerstavond hier in de kerk? Druk hè?! 275 mensen! En wat waren er veel kinderen en tieners. En die hadden ook nog eens hun ouders bij zich. Er waren heel veel mensen die we zelden tot nooit in de Kerk zien, laat staan bij een van onze activiteiten. Zoveel mensen willen we wel vaker toch? En niet alleen met Kerst, maar ook op alle andere zondagen. En met een drukbezochte kindernevendienst!
Maar helaas… de werkelijkheid is anders. In tijden van kerkelijke krimpscenario’s waarin vooral mijn generatie en jonger wegblijven, zijn die jonge gezinnen in de Kerstviering slechts een uitzondering. We zouden ze graag vaker willen zien hier. Maar “HOE DAN?” Zeggen we dan simpelweg: “Kom en zie”?
In de dienst van het Woord hebben we zojuist twee roepingsverhalen gehoord. In deze overweging zullen we de roepingen van Samuel en van de eerste leerlingen beter doorgronden zodat wij ze als inspiratie kunnen gebruiken voor de manier waarop wij anderen kunnen uitnodigen om bij ons te komen en met ons te zien.
Het Evangelie speelt zich af een dag na de doop van Jezus. Het is de start van zijn openbare leven. Wanneer Jezus langsloopt wijst Johannes Hem aan als het Lam Gods. Deze opmerking wekt de nieuwsgierigheid van zijn toekomstige leerlingen en daarom volgen ze Hem.
Jezus maakt contact door persoonlijke ontmoeting. Daarom gaat hij in gesprek met Johannes en Andreas. En omdat Hij zich niet wil opdringen stelt Hij hen een vraag: “Wat verlangt Gij”; wat zoeken jullie. Jezus wil weten wat Hij kan betekenen voor hen. Hij komt niets halen, Hij komt iets brengen, maar dan wel iets dat de mensen zoeken. Maar de leerlingen weten niet zo goed wat ze zoeken. Hun verlangen is vaag en sluimerend. Het maakt hen nieuwsgierig, maar ze weten niet waarnaar. Dus dan stellen ze maar een wedervraag, “Waar verblijft Gij”. Ze willen Hem aan het werk zien. Bijzijn is meemaken!
Jezus is de beroerdste niet en nodigt hen uit: “KOM EN ZIE”.
De leerlingen voelden aan dat hun verlangen wel eens vervuld kon worden door Jezus. Daarom gingen ze mee en ze bleven de rest van de dag.
Andreas was blijkbaar zo onder de indruk van wat hij gezien had dat hij naar zijn broer Simon Petrus ging en hem vertelde dat hij de Messias had gevonden. Zijn enthousiaste persoonlijke ervaring werkte aanstekelijk en Petrus ging ook naar Jezus toe.
Dit verhaal markeert een nieuw begin waarin Jezus mensen bij zich roept.
De eerste lezing over de jonge profeet Samuël markeert ook een nieuw begin. Hij leefde bij de priester Eli. De zonen van Eli leven nogal losbandig en stelen zelfs van de offers in de tempel. Dat staat niet op zich, want in die tijd stond het geloofsleven in heel Israël er niet goed voor. Het vers “De Godslamp was nog niet gedoofd” verwijst naar deze sombere toestand. Nog niet… belangrijke woorden. De lamp brandt blijkbaar niet meer zo fel, maar ze is nog niet helemaal uit. Er is nog hoop. En in die donkerste tijd, waar het geloof en de heiligheid op zijn laagst is, roept de Heer Samuël. Samuël hoort wel iemand roepen, maar hij heeft geen flauw benul wie. Nou ja, hij denkt te weten wie hem roept. Daarom loopt hij tot drie keer toe naar Eli, maar die was het dus niet. Samuël had in het geseculariseerde Israël nog niemand over de Heer gehoord. Hij had geen kans gehad Hem te leren kennen. Pas bij de derde keer begreep Eli dat en vertelde Samuël over de Heer. Nu pas begreep de jonge profeet God’s roeping. Het markeert een nieuw begin; de lamp in Samuël ontvlamt nu iemand hem verteld had over de Heer en Zijn uitnodiging hem raakte. Zijn licht laat de Godslamp op den duur weer feller branden.
Vandaag de dag brandt de Godslamp ook niet meer zo fel. De kerken zijn alleen met Kerst nog aardig gevuld en zelfs dan niet meer zoals vroeger. Hele generaties hebben zich afgekeerd van de Kerk. De misstanden, de starheid van regels en de leer en de ouderwetse manier van samenkomen horen we vaak als reden als we doorvragen waarom mensen niet meer komen. De mensen zijn vergeten wie God is of hebben van niemand uit hun omgeving over Hem gehoord. Ze geloven vaak wel nog in iets, maar niet in een God zoals wij. Althans dat zeggen ze. In elke mens zit een inwendig verlangen, dat nieuwsgierig en geïntrigeerd zoekt naar geluk, waarheid en liefde. Maar dat verlangen is meestal vaag en onzeker, zonder duidelijke richting. Er is blijkbaar hulp nodig om dat sluimerende verlangen te onderkennen en een bestemming te geven. Net zoals Samuël Eli nodig had om van de Heer te horen, hebben deze zij ook iemand nodig die hen vertelt over de Heer.
Wij hier in de kerk en thuis bij de webradio, wij hebben de Heer leren kennen. Het is ons met de paplepel door onze ouders ingegoten of we hebben het later ontdekt door vrienden of langs andere weg. Wij kunnen, net als Andreas tegen zijn broer, van Hem getuigen over waar Jezus verblijft en hoe wij Hem en de Heer ervaren.
Misschien denken jullie nu: Ja, maar dat hebben we toch al gedaan. Kerkproeverijen, contact gezocht met de scholen, vitaliteitsprogramma’s. We hebben al zoveel geprobeerd, maar het werkt allemaal niet.
Maar misschien moeten we al die dingen wel helemaal niet doen. Laten we eerst eens naar buiten uitdragen wat wij ervaren bij Jezus. Dat we als gemeenschap openstaan naar elkaar, dat we in zijn naam samenkomen en voor elkaar en ook voor mensen buiten onze kring zorgen. Dat we laten zien dat we onze plek als individu hebben, maar er niet alleen voor staan. We laten ons zien aan de mensen met ons persoonlijk verhaal met onze eigen emoties, net als Andreas die met zijn enthousiaste verhaal naar zijn broer ging.
Dit jaar vieren we hier in Odijk ons 60 jarig jublieum als Gemeenschap. De voorbereidingen zijn inmiddels gestart en de jubileumcommissie heeft haar eerste vergadering al gehad. En wat is nou een beter moment dan zo’n jubileumjaar om ons te presenteren aan de mensen in ons dorp, ons laten zien met alles wat we zijn en voelen.
Laten we hen net als Eli aan Samuël vertellen over de Heer, zodat ze Hem leren kennen,
maar… we moeten ons niet opdringen, niet onze wil opleggen aan anderen. Jezus was bescheiden en kwetsbaar toen Hij vroeg wat zijn toekomstige leerlingen verlangden. We kunnen in navolging van Hem die vraag stellen aan de mensen. En dat we dan ook echt luisteren. Het is nu aan ons om het persoonlijk contact op te zoeken en naar de mensen te luisteren. Dan nodigen we hen daarna uit om te komen ervaren:
“KOM EN ZIE”! Hier stil je je verlangen, hier vind je jouw Messias!
Amen