Jubelen en juichen!

Overweging gehouden tijdens de viering in de R.K. Kerk van de Geloofsgemeenschap H. Nicolaas in Odijk
zondag 17 december 2023 – 3e zondag van de Advent (Gaudete) – Jaar B
1e lezing: Jesaja 61,1-2a.10-11 – Evangelie: Johannes 1,6-8.19-28
Beste mensen,
Het is hier natuurlijk wel een beetje vloeken in de kerk, maar ik juich elk jaar als Sint Nicolaas het land verlaten heeft. Nu kan de Advent echt beginnen. Eindelijk mag de Kerstboom worden opgezet! Als de piek erop zit begint voor mij het mooiste klusje: het opzetten van de kerststal, waarbij het kindje Jezus nog even in een la gaat.
Ik verheug me echt op de advent. Mijn vrouw en ik hebben namelijk de traditie om allerlei kerstfilms te kijken. Daar zitten echte pareltjes tussen, maar ook mierzoete slechte films. Zo keken we laatst The Holiday Calendar, een romantische film over een magische adventskalender. Elke dag gaat een er vanzelf een deurtje open en wat erachter zit lijkt de toekomst voorspellen. Zal deze kalender de hoofdpersoon helpen voor kerst de liefde van haar leven te vinden?
Door die film ging ik nadenken over het fenomeen adventskalender en in het verlengde daarvan over de hele adventstijd. Wat betekent Advent nou voor mij en wat doet zo’n kalender er nou toe? Misschien herkennen jullie dat wel.
In deze overweging ontdekken wij met behulp van de lezingen de betekenis van Advent. We gaan ervaren op wie wij nu wachten en we gaan zien hoe we ons kunnen verheugen.
Dat advent “Komst” betekent, weten jullie waarschijnlijk wel. En dat het dan gaat om de komst van Jezus mag ook wel voor iedereen duidelijk zijn. De Advent is een tijd van verwachtingen en het uitkijken naar Kerstmis waar we niet alleen de geboorte van Christus vieren, maar ook zijn komst in ons eigen leven. Hij is de Messias die het Licht in de wereld wordt genoemd. In vreugdevolle verwachting zijn we dus op weg naar het Licht.
Die verwachting van de komst van de Messias die het Licht is, zien we één op één terug in het Evangelie van vandaag. Johannes de Doper komt ten tonele om te getuigen van het Licht. Hij is door God gezonden. Maar hij is niet zelf het Licht. Hij kondigt de komst van de Messias aan. Of nou ja, eigenlijk kondigt hij Hem niet aan, maar wijst hij Hem aan. De evangelist Johannes zet – in tegenstelling tot de andere evangelisten – zijn naamgenoot neer als getuige van Jezus. Hij is geen voorloper van Christus, maar hij staat ernaast. Hij kondigt de Messias niet aan, maar hij wijst Hem aan. Hij legt op indrukwekkende getuigenis af van Jezus’ diepste persoonlijkheid, zijn goddelijke zending en zijn heilsbetekenis voor de wereld. Hij doet dat vanuit een bescheiden positie: hij is zelf niet de Messias. Maar hij wil de stem in de woestijn zijn waar Jesaja over spreekt: “Hoor, een stem roept: ‘Baan voor de HEER een weg door de woestijn, effen in de wildernis een pad voor onze God.’” (Jesaja 40:3) Door deze stem te willen zijn wil hij een wegbereider zijn voor de lang verwachte Messias.
De verwijzing in dit evangelie naar Jesaja is niet toevallig. In het Lucas evangelie lezen we namelijk dat Jezus in de tempel onderwijst uit de profeet Jesaja. Hij leest daar voor wat wij vandaag ook hebben gehoord. Samengevat zegt Hij: “God heeft mij uitgekozen. Hij heeft mij gestuurd om aan arme mensen de blijde boodschap te brengen. Ik maak bekend: er komt een nieuwe tijd.” Hij maakt zichzelf kenbaar door af te sluiten met: “Vandaag is het Schriftgedeelte in vervulling gegaan dat jullie net hebben gehoord” (Lucas 4:21). Daarmee worden de woorden van de eerste lezing zijn profetisch. De door God gezalfde Jesaja is een verwijzing naar de langverwachte Messias, die de opdracht heeft gerechtigheid onder de mensen te brengen. Dit betekent dat God waarmaakt wat Hij beloofd heeft: laat elk mens tot zijn recht komen, met voorkeur voor hen die achteroplopen.
Johannes wekt met zijn getuigenis van het Licht bij de mensen een verlangen op naar de Messias. In de Advent wordt het verlangen naar Hem en zijn bijzondere levensopdracht aangewakkerd. En wij worden uitgenodigd om ons voor te bereiden op Zijn komst. Dat kunnen we doen door van Hem te getuigen en te leven in Zijn naam. De Advent is erg geschikt om naar zijn voorbeeld te leven door om te zien naar anderen. Om stil te staan bij mensen die het slechter hebben getroffen dan jijzelf. Dat gaat niet vanzelf als een magische adventskalender; we moeten zelf in actie komen. Daarom is het belangrijk om samen te komen, steeds samen ons geloof te vieren, om elkaar te bemoedigen. Want niemand kan in zijn eentje Christen zijn. We moeten er voor elkaar zijn om onze geest van vreugde en verlangen naar de geboorte van Jezus gaande te houden zodat we kunnen blijven getuigen van het Licht, van zijn blijde boodschap.
Ik begon de overweging met een film over een adventskalender en dat ik me afvroeg of zo’n kalender nut heeft. Wisten jullie dat de adventskalender geen Bijbelse oorsprong kent? Toch heeft het weldegelijk een religieuze betekenis. Het hielp ouders om hun kinderen op speelse wijze voor te bereiden op Kerstmis. Door een lange wachttijd in kleine stukjes te hakken, waarbij je je elke dag mag verheugen op een verrassing, duurt het wachten minder lang. Vroeger zaten in de kalender chocolaatjes of stichtelijke spreuken, nu zijn het vooral cadeautjes in allerlei thema’s. Maar wat steeds hetzelfde is, is dat achter elk deurtje een verrassing zit die ons dichter bij Kerst brengt.
Op dit moment organiseren we samen met het Witte Kerkje een levende adventskalender. Elke dag opent een deur naar een verrassing. Het is een mooie samenloop van samenkomen, samen getuigen en van aftellen naar Kerst.
We zijn samen op weg naar het Licht. En we weten nu wie we moeten verwachten, van wie we mogen getuigen: Jubel en Juich daarom, want we horen bij de Heer! En verheugt U, want de heer is dichtbij! Het is bijna Kerst, bijna …
Amen.